Toen Stepehen T. Mather in 1917 aantrad als eerste directeur van de officieel bekrachtigde National Park Service was het basisidee al meer dan een halve eeuw oud. Verscheidene stemmen van overal ter wereld riepen hun regeringen al langer op om hun verantwoordelijkheid te nemen, en unieke natuurgebieden van de doordenderende vooruitgang te redden. De natuur was er destijds alleen om te bedwingen, en vormde niet meer dan een mooi plaatje dat moest plaatsmaken voor steden, spoorwegen en rokende schoorstenen. Ook in Amerika, dat in de negentiende eeuw een ongekende vooruitgang kende, dreigden bijzondere natuurgebieden in de vaart der volkeren onherstelbaar overlopen te worden.
Yellowstone

De presidenten Jackson en Lincoln waren de eerste die dit met een handtekening durfden tegen te houden. Jackson sprak zich uit voor de thermale bronnen van Hot Springs, Arkansas en Lincoln droeg in 1864 Yosemite Valley en Mariposa Grove over aan de staat Californië zodat zij ervoor kon zorgen dat het land voor eens en altijd ter beschikking stond van het grote publiek.

Uiteindelijk zou Yellowstone in 1872 het eerste, echt nationale park worden, simpelweg omdat de pas ontdekte territoria Wyoming en Montana nog geen officieel staatsbestuur hadden. Hierdoor was er niemand die kon tegengaan dat het gebied werd geclaimd door privépersonen, en dus werd besloten dat Yellowstone voortaan de verantwoordelijkheid was van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Het eerste nationale park ter wereld was een feit.

Teugels
President Theodore Roosevelt, een groot natuurliefhebber, gooide er in 1906 nog een schepje bovenop. Om ook het historische erfgoed van het land te kunnen behouden, bekrachtigde hij de National Antiquities Act. Deze gaf presidenten de mogelijkheid om belangwekkende historische plekken, zoals eeuwenoude indiaanse ruïnes of beroemde slagvelden tot nationaal monument uit te roepen. Roosevelt pakte gelijk groot uit en benoemde tijdens zijn termijn niet alleen vijf nationale parken, maar ook nog eens achttien National Monuments. Tot zover allemaal leuk en wel, maar al snel bleek dat Binnenlandse Zaken bar weinig tijd en middelen had om de nationale parken en monumenten te onderhouden. De zakenman Mather en J. Horace McFarland, een expert op het gebied van stedelijke planning en milieubehoud, kwamen met een doortimmerd plan om het behoud van de nationale kroonjuwelen bij een onafhankelijke overheidsinstantie te parkeren. En dus kreeg hun kersverse National Park Service in 1916 van president Woodrow Wilson de teugels in handen. Om nooit meer los te laten.
Foto’s: Shutterstock