Canada is er met recht trots op om in de Royal Canadian Mounted Police de meest herkenbare politiemacht ter wereld te hebben. Zeker omdat hun Mounties stuk voor stuk mannen en vrouwen van stavast zijn, en overal waar ze worden ingezet respect afdwingen door hun kordate en correcte optreden.
De verschijning van de klassieke Mountie is onmiddellijk herkenbaar: een smetteloos rode uniformjas, blauwe broek met gele streep en gedeukte Stetson. Overal waar hij komt, slapen criminelen onrustig en kan de burger met een gerust hart zijn leven leven. De Mountie is gesneden uit het allerbeste, allerhardste Canadese hout en is onwrikbaar in zijn overtuiging en dienstbaarheid.
In de loop der jaren deed de NWMP keer op keer van zich spreken, en groeide haar reputatie tot haast mythische proporties. De Klondike Gold Rush, een van de laatste goudjachten van Noord-Amerika, werd mede door de NWMP in juiste banen geleid. Vier jaar nadat koning Edward VII de politiemacht het koninklijke predikaat had gegeven, nam de Royal North-West Mounted Police actief deel aan de Eerste Wereldoorlog. Aanvankelijk werd alleen thuis de ietwat onredelijke angst voor Duitse saboteurs weggenomen, maar in 1918 trokken twee eenheden – één in Frankrijk en Duitsland en één in Siberië – ook de oceaan over om aan het front te strijden.
De Canadese regering bleef ook na de oorlog waakzaam over de grenzen kijken. Toen in 1919 als gevolg van groeiende nationale onrust in Winnipeg een arbeidersstaking uitbrak, was de associatie met de Russische Revolutie snel gemaakt. De overheid vond het hoog tijd voor een nationale politiemacht, die over de provinciegrenzen heen kon handelen. Een jaar later in 1920 fuseerde de North-West Mounted Police met de Dominion Police, die tot dan toe het oosten van het land bestierde. Met beide krachten gebundeld was de weg vrij voor wat intern tegenwoordig The Force wordt genoemd: The Royal Canadian Mounted Police.
