Hoe John B. Stetson het Westen won

Een cowboy zonder hoed is als een kip zonder kop; reddeloos verloren. De legendarische hoedenmaker John B. Stetson maakte van deze nood een deugd en droeg in belangrijke mate bij aan de ontginning van het Amerikaanse westen. Zijn hoeden werden gedragen door alle grootheden van de prairie; van Calamity Jane tot de Lone Ranger. Maar da’s nog lang niet alles, want Stetson is een schoolvoorbeeld van de Amerikaanse droom.

Meedogenloos
De prairie is meedogenloos. Overgeleverd aan de elementen reden cowboys en gelukszoekers soms dagenlang over de onmetelijke vlaktes richting horizon. Wie geen goed hoofddeksel had, was praktisch ten dode opgeschreven; regen, wind en kou waren grotere vijanden dan kwaadwillende indianen en concurrenten.

Stetson
Cowboy met Stetson Hat

Tot diep in de tweede helft van de negentiende eeuw was er echter geen standaard voor goede hoeden. In de saloons in die tijd vertoonden de kapstokken dan ook een bont allegaartje aan hoofdmode; van slappe goudzoekershoeden en slagersjongenspetten tot bevercaps. Toen ene John Batterson Stetson echter met de ideale hoed kwam, zou het beeld op de prairies voor altijd anders zijn.

Tuberculose
Stetson werd in 1830 geboren in New Jersey als zoon van een gerenommeerd hoedenmaker. Hoewel hij het vak van jongsaf aan leerde, zag hij zijn toekomst aanvankelijk niet in de mode. Op doktersadvies trok hij rond 1860 westwaarts om beter te kunnen herstellen van zijn tuberculose. Na mislukte pogingen als militair en baksteenfabrikant trok Stetson met een groep goudzoekers naar Colorado, waar rijkdom en frisse berglucht lonkten. Het grillige weer in de Rockies beviel hem echter maar niets. Aan de hand van zijn vaders technieken maakte Stetson ter plekke met bevervacht waterbestendige dekens en een hoed, die hem in alle omstandigheden beschermden. Hij ontdekte dat er in hogere hoeden isolerende warmte bleef hangen, helemaal als de hoed waterproof was. Daarnaast leerde hij van het dagelijkse goudzoekersleven, dat de mannen hun hoeden voor veel meer dan bescherming alleen gebruikten; van drinkbak voor de paarden tot aanjager van kwakkelende kampvuren.

Stetson

Revolutie
Nadat hij Colorado vaarwel had gezegd, begon hij met deze ideeën een eigen hoedenmakerij in Philadelphia. Omdat de oostkust vrijwel verzadigd was, richtte Stetson zich op het wilde westen. Hij ontwikkelde het model Boss of the Plains, een relatief hoge, stugge bevervilten hoed met stevige rand, die waterdicht en isolerend was en aan alle eisen van het ruige frontier-leven voldeed. Hij stuurde alle hoedenzaken in het zuidwesten een showmodel, met de mededeling dat de hoed alleen per dozijn te bestellen was. Stetsons lef bleek gegrond: binnen de kortste keren groeide zijn kleine hoedenmakerij op de hoek van Seventh en Callowhill Street uit tot de grootste ter wereld. Toen ook Hollywood lucht kreeg van Stetsons hoedenrevolutie kreeg de Boss of the Plains voortaan in elke western ruim baan. De lichtgekleurde hoed was makkelijk herkenbaar en behoorde steevast tot de uitrusting van elke good guy. Een nieuwe standaard in hoeden was definitief gezet.

Stetson

Goeierik
Ondertussen bewees Stetson zelf zich ook als goeierik: om de kwaliteit van zijn product te bewaken, zorgde hij goed voor de gezondheid en veiligheid van zijn medewerkers en liet onder meer woningen en een ziekenhuis voor ze bouwen. Zijn eigen rijkdom pompte hij bijna helemaal terug in de liefdadigheid en maatschappij en stichtte er diverse scholen, universiteiten en jeugdherbergen mee. Toen hij in 1906 aan een beroerte overleed stond er dan ook een erfgoed van formaat, dat tot op de dag van vandaag door het hele land doorklinkt. Van mislukte goudzoeker tot filantroop; John B. Stetson is niets minder dan de belichaming van de Amerikaanse droom.


Foto’s: Shutterstock